Lekkerland Nieuws
Wij helpen u ondernemen

Blog FSIN: Tweede kans voor herstart

13. April 2021

Versoepelingen zijn in aantocht. Voor een vlotte herstart van de foodservice doet Freek van Beek, algemeen directeur Lekkerland Nederland, een oproep op FoodService Instituut Nederland (FSIN) tot afstemming en flexibiliteit in de hele keten.

De versoepelingen in onze samenleving komen dichterbij. En dat wordt ook wel tijd, want bij veel bedrijven staat het water aan de lippen. In de aanloop naar de heropening hebben we de gelegenheid én de gezamenlijke verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat onze keten niet onder spanning komt, dat de aanvoer niet stokt en we een lockdown in onze eigen schakels voorkomen. Daar zijn we goed in. Maar wel samen.
Freek van Beek, algemeen directeur Lekkerland Nederland

We bereiden ons voor op de massale heropening van de foodservicegelegenheden. Alle foodservicekanalen moeten worden aangevuld. Aangezien de voorraad van houdbare goederen nagenoeg verdwenen is, betekent dit een enorme toename van de vraag van groothandels bij leveranciers. Onze keten komt daarmee weer strak te staan. Alle spelers in de keten zijn nu gebaat bij een vlotte in- en doorstroom van goederen.

Een tweede kans - laten we die goed benutten

Na de 1e lockdown merkten we dat er obstakels waren bij het heropstarten van de supply chain, zoals lange levertijden en een beperkte productbeschikbaarheid. De heropening van afgelopen zomer kwam redelijk onverwacht. Nu we de effecten van het vaccinatieprogramma zien, kunnen we ons er beter op instellen. En met de opgedane ervaringen van vorige zomer in het achterhoofd, kan de naderende herstart soepeler.

Uiteraard blijven er onzekerheden, zoals de exacte timing van de versoepelingen. Dus 100% foutloos zal het opstarttraject niet zijn. Maar een goede voorbereiding is wel het halve werk. Hoe wordt de goederenstroom straks goed verdeeld, zodat de foodservicekanalen weer vollopen? Is de productie- en transportcapaciteit op tijd gepland en uitgebreid?

De bestemming van de producten verschuift deels terug van foodretail naar foodservice. Ook de verpakking, inhoud en recepturen moeten op het foodservicekanaal worden aangepast. Grote flessen frisdrank worden verruild voor een koud blikje bij een strandtent of treinstation. Bier dat nu uit flesjes of blikjes gedronken wordt, zal weer uit fusten stromen zodra de horeca eindelijk weer open mag. De thuisverpakking van ijsjes kan weer omgezet worden naar grootverpakking voor de losse verkoop. Zijn voor al die aanpassingen de grondstoffen en verpakkingenstromen op orde, is productietijd gereserveerd?

“Bier dat nu uit flesjes of blikjes gedronken wordt, zal weer uit fusten stromen zodra de horeca eindelijk weer open mag.”

Alle verwachtingen in kaart

De branche staat klaar om klanten weer optimaal te bedienen. Een goede afstemming van scenario’s en vraagverwachting is hierbij uitermate belangrijk. Zo’n open afstemming hebben we na de 1e lockdown te weinig gehad met elkaar. We waren vaak voorzichtig om ons te binden aan bestelvolumes.

Ja, er is nog steeds onzekerheid. We zouden eind mei open kunnen zijn, maar stel dat het toch half juni wordt? Dan lukt het nog steeds om diepvriesproducten te produceren, te leveren of op voorraad te houden, maar we hebben ook verse ingrediënten nodig. Die piek komt eraan, maar we weten niet exact wanneer, welke producten dan nodig zijn en hoeveel. We kunnen wel met elkaar overleggen over de verwachtingen.

We zullen niet in een keer helemaal teruggaan naar de oude situatie. Foodservicegelegenheden zullen minder gasten tegelijk kunnen ontvangen, en reserveringen met tijdsslot en hygiëne zijn maatregelen die niet ineens verdwijnen. Maar na een jaar van compromissen zoals thuisbezorging en zelf bereiden, heeft de consument zin om weer volop de Out of Home-beleving te ervaren en te kiezen uit de bekende smaken bij dat favoriete adresje.

Eenvoudige afhaal- en thuisbereidingsmenu’s bepalen nu de vraag naar basisartikelen. Als de Out-of-Home-markt straks weer opengaat, voorzien we een uitgebreidere en daarmee complexere vraag als de hele keten opnieuw gevuld moet worden. Samen kunnen we die verwachtingen verkennen en in kaart brengen wat er nodig is. De kunst is om niet af te wachten wat de volgende schakel in de keten van je vraagt, maar het op grotere schaal te bekijken en een wat flexibeler houding naar elkaar aan te nemen.

Niemand wil derving

Risico op derving weerhoudt de producent er nu van om tijdelijk houdbare producten vooruit te produceren, en het weerhoudt grossiers en ondernemers om te bestellen. Weggooien is immers zonde en geldverspilling. Maar een vaak vergeten en onderschatte vorm van derving is die van gemiste verkoop en daarmee misgelopen marge. Na een jaar van interen op zijn reserves, wil een ondernemer de kans nemen om weer volop omzet te draaien. Iedere euro omzet die hij kan draaien, is welkom. Het zou zonde zijn als hij dat niet zou kunnen omdat een vers-onderdeel uit de keten ontbreekt. Verminderde klanttevredenheid is ook een vorm van derving.

Niemand wil derving, in welke vorm dan ook. Een goede afstemming van de verwachtingen en een flexibeler houding over en weer is ook hier de oplossing.

“Verminderde klanttevredenheid is ook een vorm van derving.”

Nieuwe standaard

We hoeven niet terug naar alle uitgangspunten van begin 2020. Dit is het moment om te overwegen of onze werkwijze destijds wel zo efficiënt, duurzaam en klantvriendelijk was. En als het antwoord daarop ‘nee‘ luidt, biedt deze herstart ons de kans (of misschien wel: de verplichting?) om een nieuwe standaard vast te stellen.

Na een jaar met beperkingen, hebben we ons wat soberheid aangemeten en zijn we blij met wat er ter beschikking is. We accepteren dat niet alles op de plank ligt zoals we dat precies zouden willen hebben. Een keuze uit twee in plaats van drie varianten is nu ook prima. Dat scheelt enorm in de productiecapaciteit. Als de productie versimpelt, is de output groter.

Schuilt er een kans in om meer te standaardiseren en minder naar maatwerk te verfijnen? Immers: hoe meer varianten, hoe complexer de supply chain, hoe groter de kans op niet voorradig, hoe groter de kans op (klanten)derving.

Een standaard om eens tegen het licht te houden en wellicht direct door te wijzigen: garandeer de THT-datum van een product bij uitlevering aan de klant niet zes maanden, maar vier maanden. Zo kan de bestaande voorraad twee maanden langer aangesproken worden, en neemt voor de tussenhandel het dervingsrisico af.

Samen sterk

Alle schakels in de keten zijn belangrijk. We kunnen het niet alleen, hoe state-of-the-art onze forecasting-systemen ook zijn. Ook wij gaan met onze klanten en leveranciers om tafel om de verwachtingen helder te krijgen.

Er zijn redenen genoeg om elkaar (virtueel) op te zoeken. Om af te stemmen en flexibiliteit na te streven. Alleen dan is een goede ketenperformance en klantwaardering te garanderen en kunnen we omzetkansen maximaal benutten.